Baby’s vormen een kwetsbare groep in de kinderopvang. Het is dus terecht dat er tegenwoordig veel aandacht is voor wat baby’s nodig hebben. Maar wat is dat dan precies? Vijf misverstanden op een rij.
- Misverstand 1: “Ze praten toch niet terug! Dus praten met baby’s is zinloos”
Een veel voorkomend misverstand is dat het zinloos is om met baby’s te praten. Natuurlijk, als je vraagt hoe het gaat, zullen ze niet zeggen ‘dank je, het gaat prima’. Maar kijk je zorgvuldig, dan zie je dat baby’s wel degelijk vanaf dag één communiceren. Baby’s nemen zelf initiatief voor contact: ze kijken je aandachtig aan, maken geluiden, bewegen hun armen en benen. De kunst is die contactinitiatieven te zien en adequaat te beantwoorden: met een lachje terug en door iets te zeggen. Deze interacties zorgen voor positieve gevoelens en minder stress. Het biedt kinderen zelfvertrouwen en legt de basis voor een veilige hechting. Ook bevordert het de hersenontwikkeling. Noem dat maar zinloos…
- Misverstand 2: “Baby’s kunnen nog niks!”
Het feit dat baby’s al vanaf dag één contact leggen, laat zien dat baby’s al behoorlijk veel in huis hebben. Anders dan vroeger weten we dat baby’s geen ‘leeg vat’ zijn, dat je moet vullen met kennis en vaardigheden. Ze begrijpen al een en ander van de wereld om zich heen. Ze hebben namelijk al voor de geboorte ervaringen opgedaan: ze horen geluiden, zoals de stem van de ouders en ze proeven het vruchtwater. Ze grijpen zelfs in de baarmoeder al gericht naar de navelstreng! Op die ervaringen bouwen ze voort: door te ervaren, te voelen, te kijken, te proeven. Baby’s zijn dus de bouwers van hun eigen ontwikkeling. Door goed te kijken zie je wat een baby allemaal doet en kan, en als een ware wetenschapper dingen uitprobeert. ‘Als ik dat loslaat, valt het dan op de grond?’
- Misverstand 3: “Laten huilen is prima”
Het huilen van baby’s heeft een belangrijk functie. Het is een uiting van zijn emoties door honger, verdriet, pijn enzovoorts. Het is ook de eerste taal van baby’s: hij communiceert daarmee naar de begeleiders. Hij laat weten dat hij je nodig heeft. Het is dan ook een groot misverstand dat je baby’s prima kunt laten huilen. Het is juist erg belangrijk de baby dan te troosten. Een baby is namelijk nog niet in staat zelf zijn stress kwijt te raken. Door jouw kalme aanwezigheid kan hij ontspannen. Zou je dat niet doen, dan leert de baby dat hij geen invloed heeft op gebeurtenissen, en ontwikkelt juist meer stress. Dit heeft op den duur een negatief effect op zijn (hersen)ontwikkeling. Maar mét onze troost, leert hij op den duur minder stress te krijgen en sneller te ontspannen.
- Misverstand 4: “Baby’s zijn dol op kietelen!”
Baby’s genieten van het contact met jou. Maar: loop niet te hard van stapel. Knuffelen, kietelen, geluiden maken en dat allemaal snel achter elkaar… Een baby ervaart dat als een teveel aan prikkels. Hij reageert dan door de armen uit te strekken, te trappelen, te lachen. Maar is dat een vrolijke lach, of is het een uiting van stress? Vergelijk het met als je zelf gekieteld wordt: je lacht, maar vindt het niet perse altijd echt leuk. Toch? Dat geldt ook voor baby’s. Met een filmpje kun je zien hoe de baby reageert op jou. Wacht je lang genoeg op zijn reactie? Een baby heeft namelijk meer tijd nodig om te reageren dan een ouder kind. En daarnaast: contact kun je niet afdwingen. Misschien vindt hij het fijner rond te kijken in jouw veilige armen, en vertelt hij je later met zijn ogen en gebaren wat hij heeft gezien. Goed afstemmen dus, zodat de baby zich gehoord en veilig voelt. En kijkt hij weg? Dat betekent dat hij het wel even mooi geweest vindt zo.
- Misverstand 5: “Ik heb geen tijd om baby’s bezig te houden!”
Dat is een geluk: baby’s hoeven helemaal niet bezig gehouden te worden. In de kinderopvang is er tijdens het verschonen en het geven van de fles prima gelegenheid om de baby’s hun broodnodige aandacht te geven. Focus je bij het verschonen op de baby, kijk hem aan, lach samen, praat, en wacht op zijn reactie. Vertel ook wat je aan het doen bent, zodat je voorspelbaar voor hem bent. Neem er ruim de tijd voor en wees er alleen voor hem. Daarna leg je hem op een veilige plek met genoeg ruimte om te bewegen en zorg je voor divers speelgoed. Hij zal lekker aan de slag gaan om te ontdekken en experimenteren en ontwikkelt zich volop.
Meer weten?
Er is een babytraining ontwikkeld door de stichting NET voor de kinderopvang, waarin ingegaan wordt op bovenstaande thema’s en nog veel meer. De babytraining biedt een combinatie van theorie, reflecteren, ervaren, discussie en uitproberen. In de training wordt veel gebruik gemaakt van filmbeelden zodat je als pedagogisch medewerker goed de taal van de baby’s leert herkennen en leert inspelen op hun behoeften. De training zorgt voor een daadwerkelijke verhoging van de kwaliteit van de babyopvang.
Voor meer informatie zie de website www.gordontraining.nl , of mail naar info@gordoncommunicatie.nl
Saskia Henderson (2018)
Gordontrainer.